Vliegtuiglawaai blijft grootste bron van hinder
Woensdag 7 juni 2017
Drie op de tien omwonenden van Schiphol geven aan vaak of regelmatig hinder te ervaren door vliegverkeer. Het aantal inwoners dat zich soms stoort is ongeveer even groot. Verder vindt een op de drie inwoners dat de overlast van vliegtuigen in het algemeen is toegenomen. Ten slotte verwachten bijna drie op de tien inwoners dat de geluidshinder de komende tijd zal toenemen.
Dit blijkt uit het Hinderbelevingsonderzoek Schiphol dat in opdracht van de Omgevingsraad Schiphol (ORS) in januari 2017 is uitgevoerd. Het is de herhaling van een vergelijkbaar onderzoek uit 2013. In vergelijking met het vorige onderzoek is de tevredenheid over de leefomgeving nagenoeg gelijk gebleven en is de hinder niet afgenomen.
De bewonersdelegatie in de ORS heeft een aantal methodologische bezwaren tegen de onderzoeksopzet. Behalve de mate van validering is dat de periode waarin het onderzoek is uitgevoerd: de maand januari geeft een vertekend beeld omdat er dan minder vliegtuigen zijn, men in het algemeen minder buiten is en met de ramen dicht slaapt. Ook zijn op basis van een vergelijking van twee peiljaren geen uitspraken zijn te doen over trends.
Zoals eerder aangegeven (bij het vaststellen de onderzoeksopdracht) betwijfelen de bewoners het nut van dit soort steekproefonderzoek. Dat in absolute omvang het aantal gehinderden beperkt is, is geen nieuws. Of er sprake is van toe- of afname van hinderbeleving zou moeten worden gemeten met een vaste onderzoeksgroep. De validiteit kan onder meer blijken uit een kaart met radartracks en postcodes van geënquêteerden.
De bewonersvertegenwoordigers willen meer specifiek onderzoek naar individuele hinderbeleving van personen die gelet op de locatie waar ze wonen of verblijven daadwerkelijk hinder ondervinden. Dan gaat het om frequentie, cumulatie en duur van de geluidsblootstelling, de dosis-effectrelatie, en gezondheidsgevolgen van schadelijke uitstoot.