Toepassing Rinnooy Kan norm noodzakelijk
Zondag 15 januari 2017
Het nieuwe normen en handhavingsstelsel Schiphol (NNHS) gaat uit van strikt preferent baangebruik, het zo veel mogelijk inzetten van die banen met de minste hinder voor bewoners. In de praktijk komt daar weinig van terecht. Omdat de regels in strijd met de berekeningen bij het Aldersakkoord heel ruim zijn uitgewerkt heeft de luchtverkeersleiding namelijk uitzonderlijk veel vrijheid om die banen in te zetten die operationeel het gemakkelijkst zijn. Korte taxitijden en het vermijden van eventuele baanwissels gaan ten koste van de omgeving door het inzetten van die banen met de meeste overlast voor de omgeving. Veiligheid wordt daarbij als drogreden gebruikt. Zo mag de minst preferente Buitenveldertbaan (veel bewoners dicht bij de kop van de baan) ingezet worden bij een minieme wind die fluctueert rondom oostelijke of westelijke richting. Gebruik van de meer preferente banen banen zou dan niet veilig zijn vanwege de staartwind op deze banen. Bij het NNHS hoeft een meer preferente baan namelijk niet meer toegewezen te worden bij een (verwachte) staartwind boven de 0 knopen of een (verwachte) dwarswind boven de 15 knopen (in officiële documenten wordt gesproken van Knots; omrekentabel voor beter begrip onderaan deze pagina).*
De commissie Rinnooy Kan heeft voor Schiphol echter het advies gegeven om banen toe te wijzen tot een staartwind van 7 knopen en een dwarswind van 20 knopen. Vanwege de veiligheid zijn de sterk verlaagde normen in het NNHS dus volstrekt onnodig, het dient enkel het operationele comfort van de luchtverkeersleiding en het bespaart kerosine voor de luchtvaartmaatschappijen (korte taxitijden). Het Rinnooy Kan advies is eerder overgenomen door de minister, maar niet door de luchtverkeersleiding ingevoerd. De zogenaamde ‘omslagruimte’ waarmee de sector de verlaagde normen voor dwars- en staartwind poogt te rechtvaardigen is verder dubbelop en daarmee onnodig. Deze ruimte zou nodig zijn om variaties en fluctuaties in windrichting en snelheid op te vangen, maar dit is al meegewogen in het advies van de commissie Rinnooy Kan. Het anticiperen op een windverwachting is verder al ruimschoots aanwezig in het NNHS middels de regels voor Tijdigheid. Verlaging van de Rinnooy Kan waarden is daarmee onnodig en in strijd met het Aldersakoord.
De bewonersdelegatie eist dan ook dat de Rinnooy Kan waarden onverkort worden opgenomen in de preferentietabel van het NNHS en het aankomende luchthavenverkeersbesluit (LVB).
Vragen en antwoorden over toepassing van de Rinnooy Kan norm
1) Wat is het nieuwe geluidsstelsel Schiphol
Het nieuwe normen en handhavingsstelsel Schiphol (NNHS) is een onderdeel van het Aldersakkoord. Daarbij worden handhavingspunten voor de maximale geluidsbelasting vervangen door ‘vliegregels’. De ‘vliegregels’ gaan uit van strikt preferent baangebruik, het zo veel mogelijk inzetten van die banen met de minste hinder voor bewoners. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de recent gewijzigde wet Luchtvaart. De ‘vliegregels’ worden vastgelegd in een aankomende wijziging van het Luchthavenverkeersbesluit (LVB).
2) Wat is de Rinnooy Kan norm
Vliegtuigen landen en stijgen vanwege de veiligheid bij voorkeur tegen de windrichting in. De Rinnooy Kan norm is een baantoewijzingscriterium voor Schiphol opgesteld door de commissie Rinnooy Kan met ondersteuning van internationale experts. Banen kunnen toegewezen worden bij een dwarswind tot en met 20 knopen en een staartwind tot en met 7 knopen.
3) Waarom is de Rinnooy Kan norm belangrijk
Bij te hoge dwars- of staartwind op de zogenaamde preferente banen worden banen ingezet met meer omwonenden dicht bij de banen (de zogenaamde secundaire banen). Bij lagere waarden dan de Rinnooy Kan norm voor de toegestane dwars- en staartwind worden de banen met de meeste overlast en een hoger extern veiligheidsrisico (risico voor omwonenden) vaker ingezet.
4) Is de Rinnooy Kan norm ingevoerd in het NNHS
Nee. De Rinnooy Kan norm is enkel opgenomen in het Airport Information Package (AIP) waardoor de luchtverkeersleiding (LVNL) de Rinnooy Kan waarden en hoger (hoger is soms nodig vanwege de optredende wind en de continuïteit van Schiphol) kan hanteren om operationele redenen. Voor de geluidspreferenties in het NNHS en bescherming van bewoners zijn echter verlaagde waarden gehanteerd van 15 knopen dwarswind en 0 knopenstaartwind.
Rinnooy Kan | ICAO | NNHS | |
Dwarswind | 20 knopen | 15 knopen | 15 knopen |
Staartwind | 7 knopen | 5 knopen | 0 knopen |
- Fabrikanten geven een staartwindlimiet af van 10 knopen of meer. Voor dwarswind geven fabrikanten doorgaans geen limiet af. De ‘max demonstrated’ is doorgaans tussen 30 tot 45 knopen
5) Zijn de verlaagde waarden in het NNHS nodig als omslagruimte zoals de LVNL aangeeft
Nee. Variaties en fluctuaties in windrichting en snelheid zijn al meegewogen in het advies van de commissie Rinnooy Kan. Het mechanisme om te anticiperen op een windverwachting (de omslagruimte) is verder al ruimschoots aanwezig middels de regels voor Tijdigheid. Verlaging van de Rinnooy Kan waarden voor de omslagruimte is dan ook dubbelop en daarom onnodig.
Het Britse bureau Helios zegt hierover in de second opinion m.b.t. het NNHS: “Bovendien moeten er geen dubbele buffers ingebouwd worden: een dwarswindlimiet van 15 knopen is bijvoorbeeld op zich al redelijk conservatief en geeft dus een buffer, dus moet er vervolgens niet ook nog te snel op dwarswinden van meer dan 15 knopen worden geanticipeerd, waardoor een dubbele buffer zou ontstaan.
6) Zijn er beperkingen door de ICAO richtlijnen m.b.t. toepassing van de Rinnooy Kan norm
De minister heeft destijds (in 2000) aangegeven de Rinnooy Kan aanbeveling over te nemen en daarmee af te wijken van de ICAO aanbeveling. Zoals Nederland en andere landen op wel meer onderdelen afwijken van ICAO aanbevelingen. In ieder geval kan volgens de ICAO richtlijnen de staartwind in het NNHS verhoogd worden van 0 naar 5 knopen, en kunnen de regels voor Tijdigheid (de dubbele buffers) worden geschrapt
7) Wat is de stand van zaken m.b.t. de Rinnooy Kan norm binnen de Omgevingsraad Schiphol (ORS)
De kwestie is door bewoners in 2013 ingebracht aan de AldersTafel. Na analyse gedurende de tweede helft van 2015 en 2016 wordt in 2017 een behandeling binnen het College van Advies verwacht.
8) Waarom is inzet van secundaire banen bij mooi weer met goed zicht en minimale wind vaak toch gelegitimeerd met het voorgestelde NNHS
Indien een zwakke wind minimaal fluctueert rondom oostelijke of westelijke richting dan is er minimale staartwind op de meer preferente banen en mogen banen met een lagere preferentie toch ingezet worden. Dit is het gevolg van de verlaagde criterium van staartwind van 0 knopen (zie ook vraag 4).
9) Kent het voorgestelde NNHS te veel vrijheden
Ja. Naast het niet toepassen van de Rinnooy Kan norm zijn er vele andere voorbeelden zoals onder meer de regels buiten daglicht en bij onderhoud. Helios zegt hierover: “Vrijheid in het systeem is begrijpelijk omdat dit noodzakelijk is voor de LVNL om te allen tijde een veilige en efficiënte operatie te kunnen behouden. Aan de andere kant moet er niet zoveel vrijheid in het systeem zitten dat het niet de gewenste bescherming tegen geluidsoverlast biedt. Hierin moet een balans worden gecreëerd.”
*