Schiphol onttrekt zich aan afspraak over verlaging nachtvluchten
Donderdag 8 maart 2018
Van de maximaal 500.000 vluchten (starts en landingen) op Schiphol wordt een deel ’s nachts (tussen 23.00 uur en 06.00 uur) uitgevoerd. Qua hinderbeleving veroorzaken nachtvluchten de ergste soort van overlast, namelijk slaapverstoring. Over het toegestane maximum wordt al 10 jaar geharreward. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil nu een plafond van 32.000 nachtvluchten wettelijk vastleggen in het Luchthavenverkeersbesluit (LVB).
In het Aldersakkoord uit 2008 is overeengekomen om het destijds geldende wettelijke maximum van 34.000 nacht vluchten te verlagen naar 32.000 met ingang van de nieuwe Luchtvaartwet. De formele inwerkingtreding van dat Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel (NNHS) is echter diverse malen opgeschort wegens problemen met het Milieueffectrapport (MER). Ondertussen wordt het nieuwe stelsel in de praktijk al wel toegepast maar het oude niet gehandhaafd, met als gevolg overschrijding van het maximum van 32.000.
Bovendien onttrekt Schiphol zich aan de in 2012 gemaakte afspraak om het plafond te verlagen naar 29.000. Dat is de compensatie omdat Schiphol niet kon voldoen aan de toezegging om een groter deel van de avondvluchten uitvoeren via de glijvluchtlandingstechniek (CDA: Continuous Descent Approach). Met name de zogeheten primaire banen van Schiphol (Polderbaan en Kaagbaan) die het merendeel van de nachtvluchten verwerken missen daardoor nog steeds de beloofde hindervermindering.
Door de nu al 5 jaar bestaande gedoogsituatie (het oude stelsel geldt, maar het nieuwe telt) is de handhaving in gevaar gekomen en de rechtszekerheid ondermijnd. Schiphol heeft het rechtsvacuüm misbruikt om de verplichte verlaging met in totaal 5000 vluchten te omzeilen.
De ORS-bewonersdelegatie legt zich daar niet langer bij neer. Inmiddels hebben ook de gemeenten in de IJmond en de Leidse Regio & Duin-Bollentreek een vergelijkbaar standpunt ingenomen. De ORS-bewonersdelegatie verzoekt ORS-voorzitter Alders dit op 9 maart 2018 vast te leggen in het ORS-advies aan de minister van IenW over de wijziging van het LVB.