ORS-bewonersstandpunt 50/50-regel
Woensdag 16 augustus 2017
Waarom een 50/50-regel?
Het doel van het Aldersakkoord is ‘continue vermindering van hinder, gekoppeld aan selectieve groei’. Dat betekent dat Schiphol de volumegroei moet verdienen met hinderbeperking. Voor die volumegroei is in 2008 een plafond afgesproken van 510.000 vliegbewegingen (later verlaagd naar 500.000) en voor de hinderbeperking is een pakket van hinderbeperkende maatregelen overeengekomen. Het plafond geldt tot en met 2020 (of zoveel later als dat plafond wordt bereikt). Daarna treedt de 50/50-regel in werking.
Wat wordt er verdeeld?
Het gaat om de verdeling van de gerealiseerde milieuwinst, d.w.z. hinderbeperking ten opzichte van de peildatum 1 januari 2021. Anders dan de situatie in de periode daarvoor, moet dus eerst aantoonbare hinderbeperking zijn bereikt alvorens er sprake kan zijn van volumegroei.
Een situatie zoals ontstaan in 2017 – namelijk dat de volumegroei tegen alle afspraken in versneld is doorgevoerd, en bovendien op basis van dubieuze claims over spectaculaire hinderbeperking – mag en kan zich nooit meer voordoen.
Hoe wordt er verdeeld?
De objectief aangetoonde en onafhankelijke geverifieerde milieuwinst waarvan de helft door de sector mag worden benut. De andere helft komt ten gunste van de omgeving. Het vaststellen van deze 100% is geen eenvoudige opgave. Er zullen tussentijdse plafonds moeten worden berekend met vele aannames over veronderstelde realisaties, uitmondend in periodieke MHG’s voor de jaarlijkse Gebruiksprognoses.
Milieuwinst is dus wat anders dan milieuruimte, ook wel groeiruimte genoemd. Voor het kunnen verdisconteren van de milieuwinst geldt als bovengrens dat het “moet passen binnen de gelijkwaardigheidscriteria van het LVB en de baangebruiksregels van het NNHS”. Het NNHS geldt ook (juist) na 2020, dus die tweede beperking blijft van kracht (al kan de invulling van die regels bij LVB worden aangepast, tenzij dit zou leiden tot een minder gunstig milieubescherming dan het voorafgaande LVB waarborgde).
Wanneer wordt er verdeeld?
Het Aldersakkoord (1 oktober 2008, p. 12-13) onderscheidt twee benaderingswijzen om ervoor te zorgen dat volumegroei en hinderbeperking gelijk opgaan: een grens aan het verkeersvolume gekoppeld aan een hinderbeperkend pakket; òf een gelijke deling van de milieuwinst. Gekozen is voor het eerste systeem tot en met 2020 en voor het tweede na dat jaar. Gelet op de verschillen is ook expliciet vermeld dat een combinatie niet mogelijk.
De claim van de sector dat extra hinderbeperking gerealiseerd tot 2021 t.o.v. de 10%-taakstelling (5% convenant, 5% CDA’s) voor 100% mag worden benut voor volumegroei ná 2020 berust op wensdenken. De interpretatie van de staatssecretaris dat dit wel zou gelden voor 50%volumegroei is eveneens niet houdbaar: de 50/50-regel bestaat gewoon niet vóór 2021.
Dat extra milieuwinst niet kan worden opgespaard, is destijds voor lief genomen. Overigens is dit een theoretisch probleem: de geclaimde milieuwinst (van wel 34% en dat sinds 2003!) is uit de lucht gegrepen. Eerder valt er een achterstand in te halen, omdat van de compensatie via CDA’s (of vermindering nachtvluchten) nog helemaal niets is terecht gekomen.
Conclusies
- Vóór 2021 bestaat geen 50/50-regel
- Zonder hinderbeperking ná 2020 geen ruimte voor verdere groei
- Er resteren na 2020 zeer beperkte groeimogelijkheden (vlootvernieuwing, routeoptimalisatie)