Maak Schiphol en KLM sterker met slim internationaal vervoer
Dinsdag 28 april 2020
De regering wil voorkomen dat de KLM ten onder gaat. Het overstapnetwerk op Schiphol moet gered worden om essentiële economische centra in de wereld bereikbaar te houden voor topsectoren in thuisland Nederland.
Tegelijk moeten de duurzaamheid en de leefomgeving aanzienlijk verbeteren, vindt het kabinet. De groeiplannen uit 2019 staan dit in de weg. Met minder luchtverkeer kan het toch lukken. Maar kan een kleiner overstapnetwerk dan nog zijn essentiële economische functie waarmaken? Met slimme selectiviteit kan dat, zeggen Hans Buurma en Matt Poelmans op grond van onderzoek door de Werkgroep Toekomst Luchtvaart.
De gewenste economische bereikbaarheid blijkt door slechts 70% van het overstapnetwerk te worden geboden. De overstapfunctie van Schiphol blijft nuttig, maar zonder de onnodige vluchten. Selectiviteit is geboden. Onder een nieuw plafond van 400.000 vliegtuigbewegingen kan Schiphol ook nog vrachtvluchten en vakantievluchten aan. Voor de duurzaamheid is het beter dat Lelystad niet open gaat.
Onnodig zijn de bekende goedkope stedenvluchten en het luchtverkeer naar bestemmingen die beide voor Nederland geen extra bereikbaarheid bieden. Het is zinloos om de staatssteun aan de KLM en het herstel van Schiphol aan onnodig vliegverkeer te besteden.
Schiphol kan zo een iets kleinere, maar hoogwaardige overstaphaven worden. De KLM kan afslanking beperken door een groter aandeel in het herstelde overstapnetwerk te veroveren.
Internationaal openbaar vervoer (IOV)
Het streven van regering naar goede internationale bereikbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid vereist een overheidsrol die lijkt op de regie van provincies en grote steden op hun openbaar vervoer. Hier gaat het om internationaal openbaar vervoer (IOV). De regering zou moeten bepalen welke huidige en nieuwe internationale bestemmingen aan die doelen voldoen en welke reductie-eisen aan vervoerbedrijven worden gesteld. Ook zijn belastingmaatregelen nodig om onnodige vluchten te ontmoedigen en een gelijk speelveld te scheppen voor trein- en luchtvervoer. Staatssteun is mooi, maar ook daarna blijft de regering intensief betrokken bij de herstructurering en verduurzaming van de luchtvaartsector.
Het plafond van 400.000 vluchten kan jarenlang aanblijven
Het passagiersvervoer van en naar Nederland (zakelijk en matig toerisme) kan zonder extra luchtverkeer tot 2050 elk jaar zo’n 2 procent toenemen als het aantal overstappers niet groeit, maar navenant afneemt. Het plafond kan omlaag als korte vluchten door de trein worden overgenomen, maar moet soms omhoog als nieuwe economische bestemmingen nodig zijn in regio’s die voor Nederland essentieel zijn geworden. Per saldo kan internationaal openbaar luchtvervoer zich tot in lengte van jaren met hetzelfde verkeersvolume blijven ontwikkelen.
Met IOV dezelfde bereikbaarheid, maar veel betere duurzaamheid en leefbaarheid
Met het lagere plafond op Schiphol zullen een CO2-reductie conform Parijs en een forse hinderbeperking binnen bereik komen. Ook zal een natuurvergunning voor stikstofuitstoot weinig problemen opleveren. De groeiplannen uit 2019 leveren niet meer bereikbaarheid op dan IOV, maar ze maken deze dringend noodzakelijke verbeteringen volstrekt onmogelijk. Een goede reden voor het kabinet om het herstructureringsplan op IOV te richten en IOV na eigen onderzoek in de luchtvaartnota 2020-2050 als duurzame oplossing voor de lange termijn op te nemen.
Hans Buurma is voorzitter van de Werkgroep Toekomst Luchtvaart.
Matt Poelmans is delegatieleider van de bewoners in de ORS