Echte bewonersparticipatie is integrale, permanente en professionele participatie
Vrijdag 24 januari 2020
Reactie op Schiphol Vernieuwd Verbinden. Evaluatie en tussentijds advies governance en participatie
Analyse Van Geel
Het tussentijds advies Schiphol Vernieuwd Verbinden door Pieter van Geel bevat zestien observaties (knelpunten) die hij heeft opgehaald in zijn gespreksronde langs alle betrokken partijen. De belangrijkste zijn de veranderde opvattingen over luchtvaart, het niet nakomen van in de Omgevingsraad Schiphol (ORS) gemaakte afspraken, het ontbreken van doorzettingsmacht, de behoefte aan nieuwe kaders en normen voor de toekomst, het huidige gebrek aan rechtsbescherming voor burgers, versnipperde en niet-onafhankelijke informatievoorziening.
Van Geel signaleert discrepanties tussen de verschillende ORS-delegaties over het niet-nakomen van gemaakte afspraken, maar geeft geen gedegen analyse van de oorzaken en gevolgen. Dit verzwakt het tussenadvies aanzienlijk, omdat de essentiële schakel tussen zijn observaties en conclusies – de analyse – ontbreekt. Bovendien laat Van Geel in het midden of de afgesproken hinderbeperking bij het huidige aantal vliegbewegingen van 500.000 is geleverd en sluit daarmee aan bij de door de minister in haar brief van 5 juli 2019 gepresenteerde vlucht naar voren met het perspectief van groei naar 540 duizend vluchten.
Aan deze inventarisatie verbindt Van Geel drie conclusies:
– Er is een ander overlegmodel nodig
– De regie van het Rijk moet sterker
– Omgevingsparticipatie blijft onmisbaar
Voor een toekomstige structuur formuleert hij een aantal uitgangspunten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen rijksregie (beleidsformulering en -uitvoering) en regionale coördinatie (inpassing luchtvaartfunctie in de omgeving). Van Geel’s voorstellen houden in dat in de regio het accent komt te liggen op uitvoering van de hinderbeperking en versterking van de leefkwaliteit. Deze functie wordt ontkoppeld van de strategische adviesfunctie die de huidige ORS heeft. Daarmee wordt de wettelijk verankerde functie van de ORS uitgehold.
Ten slotte worden drie alternatieve regiefunctiemodellen gepresenteerd voor de vormgeving van de regionale coördinatie:
– Regionaal rijksprogrammamodel onder regie van het Rijk
– Sectoraal uitvoeringsmodel onder regie van Schiphol
– Gebiedsregisseursmodel o.l.v. een onafhankelijke regisseur
Van Geel geeft deze drie modellen in bespreking en vraagt de ORS-partijen om deze te toetsen op drie speerpunten:
– Weging of zij bestand zijn tegen de uitdagingen van de afgelopen tijd
– Uitwerking van de bewonersvertegenwoordiging
– Uitwerking van de informatie(loket)functie.
Reactie ORS-bewonersdelegatie
Het tussenadvies bevat een overzicht van observaties die Van Geel eerder met zijn gesprekspartners heeft gedeeld. Daarnaast presenteert hij onverwacht en wat ons betreft voorbarig een zeer gedetailleerde uitwerking van drie nieuwe participatiemodellen.
Ten eerste constateert hij dat er geen uitzicht is op een unaniem advies zoals in het verleden bij het Aldersakkoord. Dat is echter geen reden om de strategische adviesfunctie van de ORS te laten vervallen. Ook andere ‘polderoverleggen’ zoals de SER komen afwisselend wel of niet tot een unaniem advies. Er is echter wel degelijk een meerderheidsadvies van de omgevingspartijen: ‘Pas op de plaats t/m 2023′. Die periode is nodig om een aantal inhoudelijke dilemma’s zoals verwoord in het ‘Aldersverslag’ van januari 2019 uit te werken.
Ten tweede erkent Van Geel dat ook zonder strategische adviesfunctie van de ORS het Rijk (dat verantwoordelijk was en blijft) de omgeving moet betrekken bij het formuleren van de strategische kaders. Hij werkt dit helaas niet verder uit en plaatst het buiten de ORS. Hij ziet alleen een rol voor de ORS bij de uitvoering van het door het Rijk geformuleerde beleid. Het beperken van de ORS tot deze functie, zonder zicht op een volwaardig alternatief, is geen oplossing voor de door hem gesignaleerde knelpunten en dus blijft Schiphol ‘verweesd’. Bovendien doet het op geen enkele wijze recht aan de overlast die omwonenden nu al ondergaan.
Er moet eerst duidelijkheid komen over de rol van de gekozen ORS-bewonersdelegatie bij het opstellen van de strategische kaders alvorens te kijken naar de organisatie van de uitvoering. De positie van de bewoners kan trouwens geen andere zijn dan een volwaardige zoals wettelijk geregeld bij de oprichting van de ORS.
Ten derde is het argument dat de minister met haar brief van 5 juli 2019 al een voorschot heeft genomen op ‘een nieuwe werkelijkheid’ aanvechtbaar. Daarmee wordt gedoeld op de ad hoc consultaties in het kader van de luchtvaartnota en de luchtruimherziening. Die mogen de wettelijke taak van de ORS echter niet uithollen, zoals de minister trouwens zelf ook heeft aangegeven. Bovendien zijn de ervaringen daarmee voor de deelnemers bijzonder onbevredigend (eenzijdig, vertrouwelijk). Ook de introductie van ‘bestuurlijke’ participatie” van het Rijk met regionale en lokale overheden (naast ‘maatschappelijke’ participatie met omwonenden) is verwarrend. Dit is in feite een vermenging van governance (interbestuurlijk overleg) enerzijds en anderzijds de integrale en permanente participatie (consensus) die juist is vereist bij grote maatschappelijke transities (wat luchtvaart thans is).
Ten vierde kan participatie sowieso niet los worden gezien van de governance in de luchtvaartsector. De gebreken daarin zijn in belangrijke mate de verklaring waarom er geen unaniem advies over Schiphol na 2020 is gekomen. Op dat risico hebben wij al gewezen bij de Tweede Kamerhoorzitting in april 2018. Wij zijn zeer bezorgd over het dreigende gebrek aan aansluiting tussen advies van Van Geel over de ORS en dat van de Commissie Cohen over het vraagstuk governance & participatie in de luchtvaart en de rol van bewonersparticipatie op verschillende niveaus.
Ten slotte is het geenszins zeker dat een ander overlegmodel de oplossing is. Integendeel, de ORS-bewonersdelegatie is van mening dat er uiteindelijk niet valt te ontkomen aan een nieuw luchtvaartakkoord als noodzakelijk draagvlak voor de actuele invulling van het aloude adagium ‘Ontwikkeling in balans met de Omgeving’. Het is aan de politiek en Schiphol om het geschonden vertrouwen van de omgeving te herwinnen.
Vervolgproces
Van Geel ziet zijn tussentijds advies als een eerste stap op weg naar een governancestructuur voor inpassing van Schiphol in zijn omgeving. Hij is van plan onder zijn begeleiding nadere uitwerking te geven aan zijn advies. Parallel daaraan loopt het participatieproces over de Luchtvaartnota en de advisering van de Commissie Cohen over governance in de luchtvaart. De ORS-bewonersdelegatie dringt daarom aan op een professioneel voorbereid vervolgoverleg over de ORS. Dat moet gestoeld zijn op een gedegen analyse en de contouren van een nieuwe vergadercultuur waarin rollen en verantwoordelijkheden duidelijk zijn gemaakt en het gebrek aan doorzettingsmacht is geadresseerd. Het ontbrekende stuk – de analyse – dient in het procesvoorstel voor de definitieve evaluatie te zijn opgenomen.
In een ORS-nieuwe-stijl moeten bewoners een volwaardige rol behouden bij de ontwikkeling, de uitvoering en de handhaving van het Schipholbeleid. Omdat de ervaring leert dat rechtsbescherming schromelijk tekort is geschoten, moet versterking van de handhavingsfunctie hoge prioriteit krijgen. De gedachten gaan daarbij uit naar een onafhankelijk toezichthouder voor de luchtvaartsector.
Actieagenda ORS 2020-2023
In 2018 is een kanteling in de publieke opinie over luchtvaart op gang gekomen die eind dat jaar uitmondde in een unaniem standpunt tegen groei op Schiphol onder de achterban van de honderd in de ORS vertegenwoordigde bewonersorganisaties. De uitslag van een tegelijkertijd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitgevoerd representatief Motivaction-onderzoek liet zien dat slechts een derde van de gehele bevolking groei wil (derhalve twee derde niet). Het eind 2019 herhaalde vervolgonderzoek komt tot dezelfde conclusie. Dat het hoofdredactioneel commentaar van de grootste regionale krant op 23 december jl. luidt: ‘De groei van Schiphol moet stoppen’ is ook een indicatie van ‘een nieuwe werkelijkheid’.
2020 wordt een cruciaal jaar voor de hoogstnoodzakelijke beslissingen. Dat zijn met name:
– Luchthavenverkeersbesluit MER-LVB1(500-29-4)
– Evaluatie ORS
– Meetsysteem (lokale geluidsbelasting & hinderbeleving)
– Hinderreductiepakket (eerst inhalen achterstallige hinderbeperking om 500K te verdienen)
– Luchtvaartnota (onderbouwing netwerkkwaliteit & stuurmechanismen)
– Luchtruimherziening (veilig banenstelsel & preferentieel baangebruik)
– Normering omgevingskwaliteit (wonen vs vliegen)
– Implementeren aanbevelingen Onderzoeksraad Veiligheid (OVV)
– Afronden ultrafijnstof-onderzoek RIVM
– Schiphol Gebruiksprognose 2021
– Bewonersverkiezingen medio 2020
ORS-bewonersdelegatie, 21 januari 2020
Achtergronddocumentatie
Evaluatie ORS / Governance luchtvaart
Schiphol en omgeving moeten opnieuw in verbinding gebracht worden
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2018D25069&did=2018D25069
Meetsysteem (lokale geluidsbelasting & hinderbeleving)
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2019Z25681&did=2019D52752
https://www.omgevingsraadschiphol.nl/wp-content/uploads/2019/09/20190920-sheets-RIVM-Ministerie-IW.pptx
Luchtvaartnota (onderbouwing netwerkkwaliteit & kader omgevingskwaliteit)
Luchtruimherziening (veilig banenstelsel & preferentieel baangebruik & verplaatsing)